Wanneer je beslist om een mooie safarireis te gaan maken denk je al snel aan de beelden van geweldige documentaires. Ja, tijdens je reis ga je heel veel zien en zal je mond openvallen. Heb je geluk dan zie je de Big Five, indrukwekkende en prachtige dieren en vogels in de pure natuur. Met nog meer geluk zie je parende leeuwen, jonge dieren of meer confronterend een ‘hunt’ of een ‘kill’. Je zult worden overmant door mooie encounters en emoties en zul je jezelf voelen als documentaire-maker :-).
De beelden in wildlife-documentaires uit Afrika zijn vaak zó indrukwekkend omdat ze een combinatie laten zien van dramatische natuur, uitzonderlijk dierenleven en perfecte cinematografie. Wat deze beelden zo bijzonder maakt, komt door een paar cruciale factoren:
Spectaculair licht: Afrika biedt unieke lichtomstandigheden – vooral tijdens het gouden uur bij zonsopkomst en zonsondergang. Dit warme, diffuse licht zorgt voor rijke kleuren en dramatische contrasten.
Ongerepte landschappen: Van de eindeloze savannes van de Serengeti tot de mistige bergen van Rwanda: Afrika biedt een ongekende diversiteit aan natuurlandschappen die als decor al visueel krachtig zijn.
Gedrag van wilde dieren: Doordat veel Afrikaanse dieren relatief goed te observeren zijn (grote vlaktes, vaste drinkplaatsen, migratiepatronen), kunnen filmploegen gedrag vastleggen dat anders zelden of nooit wordt gezien.
Professionele filmtechnieken: Cameraploegen gebruiken drones, nachtcamera’s, slow-motion en verborgen camera’s (bijv. in nep-rotsen of boomstronken) om extreem dichtbij en op unieke manieren te filmen.
Het maken van een hoogwaardige natuurdocumentaire kost enorm veel tijd en geduld:
Voor een scène van 30 seconden waarin een jacht of zeldzaam gedrag te zien is, kan een team dagen tot weken in het veld moeten doorbrengen, vaak in extreme omstandigheden.
Een volledige documentaire van 1 uur wordt vaak opgenomen over een periode van 12 tot 24 maanden, soms zelfs langer. Filmers moeten seizoensveranderingen volgen, gedragspatronen kennen en geluk hebben.
Sommige producties – zoals Planet Earth II of Dynasties van de BBC – besteden meer dan 3 jaar aan het filmen van een enkele aflevering, met teams verspreid over verschillende locaties.
Kortom: de schoonheid van deze beelden is het resultaat van een combinatie van natuurlijke pracht, technische perfectie én eindeloos geduld. Achter elke adembenemende scène schuilt vaak een team dat wekenlang op een schijnbaar lege vlakte heeft gewacht… voor dat ene magische moment.
Binnen Afrika zelf worden de meeste wildlife-documentaires opgenomen in de volgende landen:
Kenia (bijvoorbeeld Masai Mara, Amboseli, Tsavo en Samburu)
Tanzania (Serengeti en Ngorongoro Krater)
Zuid-Afrika (Kruger, Sabi Sands en Addo Elephant Park)
Botswana (Okavango Delta en Chobe)
Namibië (Namibwoestijn en Etosha National Park)
Geschat wordt dat ongeveer 50-60% van de wildlife-documentaires die in Afrika worden opgenomen, zich richten op deze landen en hun iconische natuurgebieden. Kenia en Tanzania domineren hierin vaak vanwege de beroemde migraties en het rijke dierenleven. Zuid-Afrika en Botswana zijn ook grote spelers, dankzij hun diversiteit aan landschappen en wildlife. De resterende 40-50% wordt opgenomen in andere landen van Afrika, zoals Namibië, Zambia, Uganda en de Democratische Republiek Congo, die ook unieke en ongerepte natuurgebieden bieden.
Kenia en Tanzania zijn de grootste spelers als het gaat om wildlife-documentaires in Afrika, maar de verdeling tussen deze twee landen is enigszins afhankelijk van het type documentaire en de specifieke focus.
Op basis van gegevens uit de natuurfilmindustrie wordt geschat dat:
Kenia ongeveer 30-35% van de wildlife-documentaires in Afrika voor zijn rekening neemt, voornamelijk vanwege de beroemde Masai Mara en Samburu, en de iconische grote migratie van gnoes en zebra’s. Kenia is vooral populair voor documentaires die de jaarlijkse migratie en de interactie tussen verschillende diersoorten in de ecosystemen belichten. Daarnaast wonen hier de unieke (grootste) Grévy Zebra’s en (Somalische) Netgiraffen.
Tanzania neemt ongeveer 25-30% van de wildlife-documentaires in Afrika op zich, vooral vanwege de Serengeti en de Ngorongoro Krater. Deze regio’s staan bekend om hun enorme concentratie aan wilde dieren en de jaarlijkse migratie van wildebeesten. Tanzanian parken bieden ook een breed scala aan ecosystemen en ongerepte natuur, waardoor ze een zeer gewilde locatie zijn voor documentaires.
Samengevat betekent dit dat ongeveer 55-65% van de wildlife-documentaires in Afrika wordt opgenomen in Kenia en Tanzania, waarbij Kenia iets meer prominent aanwezig is vanwege de grote migraties en meer gevarieerde landschappen.
Bronnen:
De percentages hierboven genoemd zijn gebaseerd op een combinatie van branche-inzichten, historische trends en publieke informatie over waar grote natuurdocumentaires zijn gefilmd, zoals:
BBC Earth, National Geographic, en Netflix-producties (zoals Big Cat Diary, Dynasties, Serengeti, Our Planet, enz.)
Informatie uit interviews met wildlife filmmakers (zoals die gepubliceerd in tijdschriften als Wildlife Film News en platforms zoals Mongabay en Africa Geographic)
Locatiegegevens van bekende producties via IMDB en documentaire-credits
Rapporten en blogs van organisaties zoals Jackson Wild, Wildscreen en Nature’s Best Photography, die productiehotspots in kaart brengen
Er is echter geen officiële, openbaar toegankelijke bron met exacte percentages over het aantal wildlife-documentaires per Afrikaans land. De cijfers vermeld zijn dus een weloverwogen inschatting op basis van waar het grootste deel van de zichtbare, internationaal uitgezonden producties zich afspeelt.